Een decennium lang heb ik langs de lijn gestaan bij SV Zwolle VR1. Dat zijn – even snel gerekend – zo’n 180 wedstrijden. Maar, en het klinkt cliché, aan al het moois komt uiteindelijk een eind. Niet meer 11 tegen 11, maar tegenwoordig in de vrijdagavondcompetitie 7 tegen 7. Het is even wennen, maar ook dat loont. Zo blijkt.
Als grensrechter volg ik de lijn van onze centrale verdediger. Oog voor het spel, overzicht, niet te opvallend coachen en vlaggen wanneer nodig. In de ogen van de tegenstander zo nu en dan oneerlijk, in de ogen van de ietwat morrende toeschouwers soms té eerlijk. Als grensrechter is niets menselijks mij vreemd. En daar waar ik in de beginjaren vooral grensrechter was die zich niet met het spel bemoeide, groeide ik later in mijn carrière bij de dames van SV Zwolle uit tot teammanager. Naar eigen zeggen de baken van rust die – geheel op eigen initiatief – gelukkig nooit in de groepsapp is toegevoegd.
Elke zaterdag met een groep van zo’n 13 a 14 speelsters op pad. Het was wekelijks iets om naar uit te kijken. En dan ging het me vooral om de gezelligheid, want het voetbaltechnische gedeelte liet ik met alle plezier over aan de trainers. Gezelligheid. In en op het veld. Het is onmogelijk om dat altijd te kunnen waarborgen. Vooral als je een kampioenswedstrijd in en tegen directe concurrent Heino verliest. Of wanneer de angstgegner er weer eens met drie punten vandoor ging. Of wanneer een teamgenoot al bij het ter aarde storten voelt dat de enkel- of kruisbanden eraan zijn. Je maakt wat mee als je jarenlang met elkaar op pad bent. Om maar te zwijgen over de weekendjes weg naar Winterberg waar de teammanager van dienst op de tweede dag ploeterend door de sneeuw merkt dat het pieken op de eerste borrelavond andermaal geen goed idee was. Of wat te denken van de ruim bemeten voorraad in het Belgische Érezée. De teamweekenden zijn, laat ik het maar zo zeggen, niet altijd even goed voor de gezondheid. Een ritje in een kano of op de mountainbike zorgt in ieder geval voor wat compensatie op dat gebied.
In 2012 stond ik – toen nog bij de combinatie Edon/SV Zwolle – voor het eerst langs de lijn bij een wedstrijd van de Zwolse dames. Een zonovergoten dag op het veelbesproken sportveld van Edon. De tegenstander van die dag is me even ontschoten, evenals de eindstand. Feit is wel dat die wedstrijd het startschot was voor jarenlang sportplezier op de zaterdagmiddag. Gewapend met vlag, her en der wat aanmoedigingen en na de wedstrijd een analyse aan de stamtafel. Het blijkt een goed recept.
De vlag hangt intussen aan de wilgen, want in de loop van afgelopen seizoen kwamen we erachter dat het voetballen op de zaterdag niet meer goed te combineren was met de drukke schema’s van menigeen. Ik kan niet ontkennen dat ik dat nog steeds een beetje jammer vind, maar gelukkig diende zich een oplossing aan. Voetballen op de vrijdagavond in competitieverband. Niet meer op een groot veld, maar op een half veld. Zeven tegen zeven. Het was, of is, even wennen voor iemand die maar wat graag grensrechtertje speelde op zaterdag. Maar elk nadeel heeft, jawel, ook een voordeel. Wat met SV Zwolle VR1 nooit gelukt is, heeft deze grensrechter maar mooi voor elkaar gekregen. Gepromoveerd. Want als trainer, de baan die ik deel met de ervaren Ruben Kuiper, probeer ik tegenwoordig de selectie nog wat bij te brengen op de maandagavond om vervolgens op vrijdagavond goed voor de dag te komen. Hoewel ik nog veel te leren heb op trainersvlak en ik mijn rol als teammanager nog altijd graag beoefen, blijkt de formule 7 tegen 7 x Kuiper x Lentz toch best een goede. Want waar we in het begin wat moeite hadden met het kleinere veld en het andere spel, werd wennen winnen. U heeft zojuist namelijk een verhaal gelezen van één van de twee trotse trainers van de kersverse winterkampioen: SV Zwolle VR18+1.
Tot ziens, maar hopelijk tot snel.
Jasper Lentz